woensdag 19 november 2008

In 2011 de zweedse band achter slot en grendel!


Het IGZ rapport 'Zorg voor vrijheid: terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen kán en moet' is gisteren uitgekomen.

Op basis van een onderzoek onder 86 afdelingen (55 PG, 31 verst. geh.) publiceerden zij hun bevindingen. En die zijn niet bepaald altijd mals...
De afdelingen zijn twee maal bezocht, waarvan de eerste keer onaangekondigd. Op basis van een indeling in vijf categorieën werd vervolgens gekeken hoe is stond met het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen:

  • fysieke vrijheidsbeperking
  • Gedragbeïnvloedende medicatie
  • Domotica
  • Individuele afspraken met cliënten
  • Vrijheidsbeperkende maatregelen die alle bewoners treffen (deur op slot etc.)
Nu zou enkel het kijken naar welke en hoeveel van deze maatregelen in de praktijk naar voren komen niet een bijzonder sterk onderzoek hebben opgeleverd. (althans, niet iets dat je van de IGZ zal verwachten), dus het hele plaatje werd onder de loep genomen: het zorgproces, de communicatie, verantwoording, deskundigheid, preventiebeleid, randvoorwaarden voor goede zorg en de accomodaties. De locaties konden op de verschillende onderdelen 'goed', 'matig' of 'slecht' scoren.

Sommige cijfers zijn bepaald schokkend te noemen wat mij betreft, met name voor de PG (waar ik me op zal focussen):

  • Per 100 PG cliënten werden gemiddeld 202 vrijheidsbeperkende maatregelen genomen, waarvan ong. de helft bestond uit fysieke beperking.
  • Bij 28% van de PG locaties werd een 'goed' gescoord op het gebied van deskundigheid van zorgverleners
  • Per 100 cliënten krijgen er gemiddeld 30 medicijnen tegen de onrust, al dan niet verstopt in het eten. (niet toegestaan!)
  • Meer dan de helft van de PG locaties scoort matig op het gebied van preventiebeleid
  • 33% van de PG locaties maakten gebruik van risicotaxaties m.b.t. het gebruik van fixatiemiddelen
  • Op 69% van de PG locaties was regelmatige bijscholing matig of slecht geregeld
Tussen de PG afdelingen is er een flink verschil in de frequentie van toepassing van vrijheidsbeperkende middelen te zien: de 'slechte' instellingen pasten drie keer zo vaak vrijheidsbeperkende maatregelen toe dan de goede. Van de 55 PG afdelingen waren er 4 afdelingen die 6 maal een slecht scoorden en 5 die geen enkele slechte score noteerden.

Wel goed waren over het algemeen: multidisciplinair overleg, openheid over vrijheidsbeperking onder collega's, overleg tussen instellingen, vastleggen van beslissingen rondom fixatie in dossiers, bekendheid van verantwoordelijkheid voor beleid per cliënt.

Het plan is dus om in 2011 de volgende zaken te realiseren:
  • Praktisch totale uitbanning van de onrustband (alleen nog te gebruiken in zéér uitzonderlijke gevallen)
  • Reductie van ander vrijheidsbeperkingen, zoals afzondering en medicatie zijn met ten minste 25%.
  • Vrijheidsbeperkingen met een collectief karakter dienen met 40% terug gebracht te worden.
In hoofdstuk vier van het rapport geven de auteurs overigens een behoorlijke hoeveelheid goede voorbeelden, om bovengenoemde doelstellingen te gaan halen. Enkele opvallende:

Gebruik van een dier-o-theek, plakplastic voor ramen van cliënten die veel naakt rondlopen, gebruik van Swash haircaps (om haren te wassen) en het inrichten van een ruime tuin.

Bij het rapport horen een tweetal andere publicaties, die hieronder ook genoemd worden, inclusief link om deze direct te downloaden.
Rapport Zorg voor vrijheid terugdringen vrijheidsbeperkende maatregelen [293Kb]

Zorg voor vrijheid - overzicht scores en acties van bezochte instellingen [165Kb]

Bijlage 1 - Toetsingskader zorg voor vrijheid [132Kb]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten