donderdag 28 augustus 2008

Het Charles-Bonnet syndroom

Dat je nooit te oud bent om iemand iets te leren bewees een hoogbejaarde dame (overigens nog goed bij de pinken!) op mijn stageplek afgelopen zomervakantie. Ze overhandigde me een artikel uit de TC Tubantia van 28 juli jl. genaamd 'Zien wat er niet is'. Zoals de titel van dit blogbericht laat raden ging het over het Charles Bonnet syndroom. Aanleiding was het onlangs daarover verschenen boek 'Neuroplasticiteit' van dr. Jo van der Meulen, dr. M. Derix en prof. dr. C. Lafosse.

Eerstgenoemde zet in het interview voor de Tubantia een aantal zaken uiteen over het syndroom dat sinds 1989 aan een opmars lijkt te zijn begonnen: in dat jaar werden er 46 gevallen geregistreerd in Nederland. Tegenwoordig wordt de diagnose bij één op de zeven slechtziende ouderen gesteld.

Veel slechtziende ouderen hebben dus last van het syndroom dat zich kenmerkt door hallucinaties die ontstaan ten gevolge van hetgeen hun hersenen doen met de onvolledige visuele informatie die via de ogen binnenkomt. Tenminste, dat is de theorie die bovengenoemde auteurs in het boek Neuroplasticiteit uiteenzetten, want de oorzaak van het probleem is nog niet erg duidelijk. De onvolledige informatie wordt volgens hen door de hersenen verwerkt tot een abnormaal beeld, waarbij wielrenners op het plafond kunnen fietsen en voegen van tegels wandelende takken kunnen vormen. Een belangrijk aspect van het syndroom is dat de patiënten zich bewust zijn van het feit dat ze hallucineren. Het gaat hier dus niet om wanen, waarbij iemand er van overtuigd is dat hetgeen is waargenomen ook daadwerkelijk waar is.

De meeste patiënten kunnen goed omgaan met de gevolgen van het syndroom, maar één op de tien mensen met het syndroom vindt de hallucinaties uitermate storend en lijdt eronder. Therapie kan uitkomst bieden, door de patiënt bijvoorbeeld te overtuigen van het feit dat het niet gaat om een psychische stoornis (met vaak bijbehorende schaamte) of door het aanleren van methoden om de hallucinaties te laten verdwijnen. Hierbij kan het ontdekken van de oorzaak van de hallucinaties, zoals bijvoorbeeld TV kijken of het lezen van een boek belangrijk zijn. Het staken van de activiteit kan de hallucinaties doen stoppen.

Zoals ik al schreef: nooit te oud om te leren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten